Historie

GOOISCHE HISTORIE

De Gooische Hockey en Bandy Club is in 1901 opgericht door jonge sportieve Amsterdammers (van goede komaf), maar was Bussums. Ook dames speelden hockey. Eerst was er een speelveld bij de Zwarteweg. Het stamcafé was eerst een melksalon, later werd het Hotel Nieuw Bussum en nog later De Roozenboom.
Auteur: Klaas Oosterom


85 jaar jaar worden : hoe doe je dat?

De gloriejaren van De Gooische breken aan. Het ledental neemt fors toe. Het in 1930 verkregen veld op het Sportpark aan de Meerweg blijkt alras te weinig en nadat in 1932 de beschikking over een tweede veld wordt gekregen, kan op 16 december 1933 het huidige complex aan de Meerweg met de opening van het Clubhuis in gebruik genomen worden.
In 1932 komt de eerste groundsman, Dorresteijn. Destijds een begrip in de Nederlandse hockeywereld, deze gedenkwaardige figuur.
Het zijn goede jaren: veel internationale contacten, clubleden in het Nederlandse elftal, in 1934 het winnen van de in de Nederlandse hockeywereld felbegeerde trofee de "Samovar", en grootse feesten in Hotel "Bosch van Bredius" (dat, voordat het in de oorlog werd platgebombardeerd, zo'n belangrijke rol in het Bussumse uitgaansleven vervulde).
Inmiddels is "Bandy" uit de naam van de vereniging geschrapt, want dat wordt niet meer gespeeld.
In 1938/39 bereikt De Gooische haar hoogtepunt met het behalen door de heren van het Westelijk Kampioenschap, een wapenfeit dat in het seizoen daarop wordt herhaald. Bovendien wordt in deze twee seizoenen opnieuw de "Samovar" gewonnen, zodat deze definitief kan worden meegenomen naar Bussum.
Nadat in 1941 nog op grootse wijze het 40-jarig bestaan in Concordia wordt gevierd komt het bestaan van de Club in gevaar door enkele bestuursleden, wier houding ten opzichte van de bezetter afweek van die van het gros der leden, dat dan ook in groten getale bedankte, zo niet geroyeerd werd. De enige speelmogelijkheid wordt hun dan geboden door het molshopenveldje van tennisclub "Het Spieghel". Hier worden in de winter 1943/44 zelfs nog Kerstwedstrijden gehouden.
Na de oorlog biedt het complex van de Club een desolate aanblik. Sterk verwaarloosde velden en een clubhuis zonder ramen en inventaris. Met kracht wordt het herstel ter hand genomen. Zodanig, dat in 1950, overigens na moeizame onderhandelingen tussen de toenmalige voorzitter Houtzager en de gemeente, het complex de oude luister vertoont en zelfs is uitgebreid.
Seizoen 1952/53 wordt zeer succesvol voor De Gooische. Nadat Dames I na een uitstekend seizoen de eerste klasse bereikt heeft, worden alle kampioenswedstrijden gewonnen. Daarmee wordt voor de eerste maal een elftal van De Gooische Kampioen van Nederland.
Het ledental blijft groeien, het clubhuis wordt vergroot en de velden zijn zo goed dat de Hockeybond deze waardig keurt er de wedstrijd Nederland-Nieuw Zeeland op te laten spelen. In 1958 beschikt de Club over liefst 8 velden. De resultaten zijn zodanig, dat de Heren in 1960 de Promotieklasse bereiken, terwijl de Dames zich in de eerste klasse handhaven.


Het elftal, dat den Samovar-beker definitief mee naar Bussum nam
Staand:T. Eschauzier, H. Oedekerk, G. v. Leeuwen, M. Caviët, H. Kruyt, K. v. Meurs, W. Moizé de Ch.                   
Zitend: D. Obenhuysen, P. de Vreede, J. Moret, H. Meyers.
Nieuwe alinea

In 1961 wordt het 60-jarig bestaan uitbundig gevierd met tournooien, receptie, reunie in Jan Tabak, revue met bal in Concordia, thé dansants en een autopuzzelrit. De Gooische blijft groeien. In 1963, het ledental bedraagt dan 350, wordt de sproeiinstallatie door Burgemeester Haspels in gebruik gesteld. In 1966 wordt het clubhuis verder vergroot van 60 tot 150 m², terwijl drie jaar later de veldverlichting wordt geïnstalleerd. Dat jaar laat de verdubbeling van het ledental zien: 700.
In 1967 wint Dames I het Nederlands zaalhockey kampioenschap, toen nog geheten Steden Zaalhockey Tournooi.
De groei gaat in 1974 door naar 800 leden. Dit leidt tot verdere uitbreiding van de accomodatie. Twee jaar later wordt in 't Spant het 75-jarig bestaan op luisterrijke wijze gevierd. De verdere groei tot 900 leden noopt tot de aanleg van drie noodvelden in 1977. Daarnaast vormen de aanleg van kunstgrasvelden en een nieuw clubhuis al geruime tijd een vast punt op de agenda van de bestuursvergaderingen.
In 1983 is het dan eindelijk zo ver. Wethouder van Sportzaken Reeskamp opent de 2 kunstgrasvelden, een welkome aanwinst voor de vereniging, die dan ca 60 jeugd- en 25 senioren-elftallen telt. Het hoogste elftal van de Heren speelt thans één klasse en dat van de Dames twee klassen onder de Hoofdklasse.
1986: De Gooische is 85 jaar, een bloeiende vereniging met meer dan 1000 leden en met een prima buiten-accomodatie, maar met nog één grote wens, een nieuw clubhuis!
Wij wensen De Gooische een spoedige vervulling van deze wens en nog vele goede jaren toe.
Dit artikel kwam tot stand door gebruikmaking van diverse Jubileum-uitgaven, speciaal de laatste van dit jaar "Gooische Hockey Club 85 jaar" met de ondertitel (op pag 1 vermeld): 85 WORDEN : ZO DOE JE DAT

 September 1986 Fred Bos

Ontstaan

Op een stukje terrein van de voormalige gasfabriek, ongeveer daar waar de Slochterenlaan nu loopt, is het allemaal begonnen. Een paar leden van de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging "De Hoop" te Amsterdam zoeken een geschikt tijdverdrijf voor de maanden, waarin niet kan worden geroeid. Het landelijke Bussum bewijst dan weer zijn aantrekkingskracht en op 6 januari 1901 is de oprichting van de Gooische Hockey en Bandy Club een feit.
De contributie voor werkende leden bedraagt ƒ 5,- per seizoen.In 1904 wordt verhuisd naar een nieuw terrein achter het kerkhof. Dit wordt maar korte tijd bespeeld, waarna een terrein aan de Nwe 's-Gravelandseweg in gebruik wordt genomen. In 1908 moet ook dit veld worden geruimd en komt de Club terecht aan de Koningslaan op een stuk, dat door de één " 't Kampje van Meyer", door de ander "het terrein van Kaarsgaren" en ook wel "het terrein van Broekman" wordt genoemd, Een uur voor aanvang van de wedstrijd moeten door de spelers zelf de krijtlijnen worden getrokken! In 1910 verschijnt daar het eerste clubhuis, een houten gebouwtje, gekocht in Noorwegen voor de somma van ƒ 360,-, gefinancierd met aandelen van ƒ 10,-. Jaarlijks worden er twee afgelost, waarvan de tegenwaarde doorgaans aan de Club wordt geschonken.

In de eerste 10 jaren van haar bestaan neemt de Club deel in de mixed-hockey competitie, terwijl daarnaast in 1917-1910, zij het weinig succesvol, met een herenelft al in de tweede klasse wordt gespeeld. In 1912 echter keert het tij en wordt maar net het kampioenschap gemist. In die tijd ook beginnen de leden samen te komen in Hotel Nieuw Bussum aan het begin van de Nwe 's-Gravelandseweg op de plek van het huidige Oranjepark.Kort daarna wordt het terrein aan de Koningslaan als bouwterrein verkocht. Aangezien in Bussum geen ander veld beschikbaar is, moet voor de thuiswedstrijden worden uitgeweken naar Amsterdam. Dit heeft een dermate negatieve invloed op het spel, dat alle wedstrijden verloren gaan, waardoor degradatie onvermijdelijk lijkt, De Gooische blijft echter eerste-klasser op voorspraak bij het Bondsbestuur van Mr Jolles. Vele Bussummers zullen zich deze markante figuur, die ook de tennissport een warm hart toedroeg, nog herinneren. Destijds lagen tussen de Zwarteweg en de banen van de tennisclub "Het Spieghel" de zogenaamde "Jolles-banen": hier speelde een kleine club, Victoria, door Mr. Jolles opgericht.In 1920 kan de Club weer over een veld beschikken en wel op de plaats waar thans de tennisbanen van "De Meent" liggen.Hoewel de club vanaf 1922 in de eerste klasse blijft, breken er nochtans moeilijke tijden aan. Het ledental loopt terug en bij de invoering van de Engelse regels in 1925 geven ook veel oudere leden er de brui aan. Op een vergadering in "De Rosenboom", tevens de viering van het 25-jarig bestaan, gaan zelfs stemmen op de vereniging te ontbinden. Dit kan natuurlijk niet en onder de bezielende leiding van voorzitter Liscaljet wordt de crisis overwonnen. In datzelfde jaar wordt Mevrouw Nel de Ruiter voor het eerst gekozen in het Nederlandse Elftal, waarin zij tot 1938 in totaal 32 maal uitkomt!

De Gooische  Nol Verhagen

Er werd ook Bandy gespeeld
Op 1 januari 1901 werd de Gooische Hockey en Bandy Club opgericht, en daarmee is GHC de oudste nog bestaande sportclub van Bussum en overigens ook een van de oudste hockeyclubs van Nederland
Bandy? 


Oprichters waren een stel jonge Amsterdammers, leden van roeivereniging De Hoop, die in de zomer, als er niet werd geroeid, toch aan sport wilden doen. Waarschijnlijk waren het Amsterdamse 'jongens die met hun familie de zomer doorbrachten in de gezonde buitenlucht van het Gooi, zoals destijds niet ongebruikelijk was. Hockey kennen we ook vandaag de dag en vormde uiteraard de hoofdmoot van hun sportieve activiteiten.
Het nu vergeten Bandy was een vorm van ijshockey, die gespeeld werd op een veel groter veld dan nu bij ijshockey wordt gebruikt: het was wel bijna zo groot als een voetbalveld. Bandy werd gespeeld met een elftal, tegenover het 6-tal dat nu bij ijshockey wordt opgesteld. Voor deze tak van sport was men uiteraard aangewezen op natuurijs.
Ik vond dan ook in De Gooi- en Eemlander tussen 1900 en 1920 maar één vermelding van een bandywedstrijd, en wel op 25 januari 1905, toen een terrein langs de Zwarteweg als ijsbaan werd gebruikt en er naast ander vertier ‘op een gedeelte der baan ook een partij bandy werd gespeeld’. Een ongedateerde foto uit Honderd jaar Gooische toont dat er wel degelijk werd gebandy-ed!

Een damesteam uit de jaren twintigNieuwe alinea

Het tenue van de Gooische was vanaf het begin blauw-wit. De heren droegen een donkere pantalon (lange broek) en de dames een rok die ‘minstens 15-20 cm van den grond’ moest zijn. De schrijver van Honderd jaar Gooische merkt in 2001 snedig op dat dat nu minstens 15-20 cm boven de knie is. Zo’n lange rok mag onhandig schijnen, maar de heren klaagden ook dat de dames juist vanwege die lange en wijde rokken moeilijk te passeren waren omdat de bal vaak met een doffe klap in de rok belandde. Onder mixed hockey werd destijds namelijk iets anders verstaan dan nu: de teams waren van gemengde samenstelling.  Een bevriende scheidsrechter De Gooische maakte aanvankelijk ook gebruik van velden aan de Zwarteweg en langs de Koningslaan. Waarschijnlijk zijn dat de velden waar ook de eerste voetbalclubs hun balletje trapten. Voor er gespeeld kon worden, moesten er lijnen worden getrokken. In 1910 schafte men in Noorwegen voor f 360,- een houten gebouwtje aan dat als clubhuis kon dienen. De aanschaf werd gefinancierd met de uitgifte van 36 aandelen à f 10,-, waarvan er jaarlijks twee werden afgelost. Scheidsrechters werden niet door de bond aangewezen, maar uit eigen (vrienden) kring geleverd. De Gooische had omstreeks 1915, men was juist naar de 1ste klasse gepromoveerd, een scheidsrechter die zo’n goede vriend van de Gooische was, dat alle wedstrijden die de Gooische onder zijn leiding had gewonnen of gelijkgespeeld, moesten worden overgespeeld Nieuwe alinea

Nel de Ruiter-Hofland, ster-speelster van de Gooische en veelvoudig international

Toen de Gooische enige tijd later dreigde te degraderen, wist men het via een onderonsje met het Bondsbestuur toch zo in te richten dat de Gooische in de 1ste klasse mocht blijven. Dat kon toen nog. Kennelijk waren de dames van het eerste uur uit de vereniging verdrongen, want in 1924 werd er – ondanks stevig verzet van de heren – een damesafdeling opgericht. In 1925 werd Nel Hofland, later Nel de Ruiter-Hofland, lid. Al een jaar later werd ze gekozen in het Nederlands elftal, waarin ze tot 1938 in totaal 32 keer uitkwam.Nieuwe alinea

Jubileum-uitgave van het clubblad, jaar onbekend.
(Zou nu niet meer kunnen)

Bijna landskampioen In de jaren dertig ging het de vereniging zowel bij de dames als bij de heren voor de wind. Heren 1 en Dames 1 speelden in de hoogste klasse. In 1939 behaalde Heren 1 zelfs het Westelijk Kampioenschap, waarna om de landstitel werd gespeeld tegen de oostelijke kampioen, Venlo, die helaas te sterk bleek. Ook in 1940 werd de Gooische Westelijk Kampioen, en ze zouden zeker landskampioen zijn geworden, ware het niet dat er door de oorlogsomstandigheden dat jaar niet om het landskampioenschap werd gespeeld.  Zwarte bladzijdeDat bleek het omineuze begin van een van de zwartste bladzijden uit de Bussumse sportgeschiedenis, en zeker uit die van de Gooische. Voorzitter A.H. van Gastel, die al 20 jaar deel uitmaakte van het bestuur, trad in oktober 1940, dus na de Duitse inval, toe tot de NSB en later zelfs tot de Germaansche SS. Ook de penningmeester en een van de commissarissen waren lid van de NSB. Zij stonden toe dat de velden werden gebruikt door de Jeugdstorm en bogen in alles mee met de bezetter.
Veel leden en oud-leden kwamen in opstand en zegden hun lidmaatschap op. Op 29 september 1942 ontvingen zij van de voorzitter een dreigbrief, dat allen die hun opzegging niet zouden annuleren, ‘de verdere sportbeoefening in clubverband zal worden ontzegd’. ‘Het zou jammer zijn voor u en voor de vereeniging’, zo schrijft voorzitter, ‘als dit werk [bedoeld is de bloei van de Gooische in het afgelopen decennium; nv] gedeeltelijk ongedaan zou wordengemaakt en wel door het onbekookt optreden van enkelingen, welke op wie weet wat voor praatjes onrust in de vereeniging hebben gebracht, zonder zelf op de hoogte te zijn, speculeerend op de verwarring, welke in deze tijden veelvuldig voorkomt.’ Maar de leden hielden voet bij stuk en hockeyden tijdens de resterende oorlogsjaren bij buurvereniging Kameleon of in onderlinge partijtjes.

Toch nog landskampioen Na de oorlog werd de draad snel opgepakt. Op 23 september 1945 werden de eerste wedstrijden gespeeld. De Gooische mocht meteen in de hoogste klasse uitkomen en de maakte daar furore. Regelmatig leverde zij spelers voor het nationale team. De dames slaagden er in 1953 zelfs in landskampioen te worden, met nog altijd Nel de Ruiter-Hofland in de gelederen. 

Intussen is de Gooische uitgegroeid tot een reusachtige vereniging, maar het hoogste niveau wordt vandaag de dag niet meer bereikt Bronnen:

Honderd jaar Gooische!


(Jubileumboek bij het 100-jarig bestaan in 2001)
Nieuwe alinea

Ons clubhuis tot 1988

Interview met oprichter Gooische

Interview met oprichter (voorjaar 1961).


De heren Frits Witkamp en Willem O. Duys spraken ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Gooische Hockeyclub met de toen 77-jarige heer C.Tim, bestuurslid en penningmeester bij de oprichting van de Gooische Hockey Club. De door Frits Witkamp meegenomen stick schepte grote verbazing bij de heer Tim, die het maar 'een klein haakje' vond. De vitale oprichter haalt herinneringen op. "Aan het eind van de Koningslaan, bij de familie Lohman zijn wij begonnen op een hobbelig veld. Dan dan was het dribbelen iets makkelijker met een grote boog. De sticks kostten toen drieëneenhalve gulden. Velen van ons waren Amsterdammers die elkaar kenden van de roeivereniging 'de Hoop' en in de wintermaanden graag ook wat beweging wilden hebben.”Dit enthousiasme leidde ertoe dat een officiële vereniging werd opgezet. Op de Vlietlaan, in melksalon 'Frisia', kwamen de heren geregeld samen. Er was vol verlof, dus men dronk niet altijd melk. Daar ontstond de Gooische Hockeyclub. De contributie bedroeg 5 gulden per jaar en werd geïnd tijdens de jaarlijkse vergaderingen. Competitie werd gespeeld tegen onder meer de Musschen en Utrecht. De krijtlijnen werden zelf getrokken. Een zekere van Dolder verzorgde de doelpalen. Geen net aan het doel, buitenspelregels kende men niet en je mocht niet 'sticks' slaan. Als de heer Tim het dames hockey aanhaalt, glimmen zijn ogen. "We speelden dikwijls mixed hockey, maar dat was geen doen, ze waren niet te passeren. Ze droegen lange rokken tot op de grond en dat was een geweldig stopvlak. Je hoorde alleen maar plof."Legguards werden toen shin-guards genoemd. Sportief was men wel. Hierbij wordt oud-minister Kan vermeld, die naar Bussum kwam op de fiets, hockeyde en daarna weer terugfietste naar Den Haag. In de wintermaanden werd er op het ondergelopen Laegieskamp bandy gespeeld. De eerste officiële naam was dan ook Gooische Hockey en Bandy Club. De heer Tim mag trots zijn dat de club die hij ter wereld hielp, na zo veel jaren nog zo springlevend blijkt te zijn.



Varia

Zanghulde aan mevrouw Nel de Ruiter-Hofland
Melodie: ,,Mijn opa" uit de TV-serie .,Ja Zuster, nee Zuster" 
Voorzangers: The Anita Saarberg Singers
's Avonds langs de wegen trainde Nel ontzettend fel;
Joop per fiets en Nel ervoor maar hollen als de hel.
De politie vond het maar een eigenaardig stel
en vroeg Joop waarom hij zo'n interesse had in Nel.
Refrein:
Mijn Oma, mijn Oma, mijn Oma
droeg 't oranjeshirt wel twee-en-dertig maal
Mijn Oma, mijn Oma, mijn Oma
zij was absoluut fenomenaal
't Was Nel de Ruiter, ja Nel de Ruiter
Groot Internationaal!

Tekst: Ton Kuyer
Carnaval der Kluitenklappers
GHC 70 jaar
Nieuwe alinea

Brieven

*****

Herrijzend Gooi - zondag 23 september 1945


Als vanouds wapperden het rood wit blauw en de GHC-vlag boven het clubhuis (of wat er nog van over is, doch hierover later). Het was van het bestuur een goede greep om voor dit eerst interlocale contact Hilversum uit te nodigen. Dat ook Hilversum dit op prijs stelde, bleek uit een hartelijk speechje en het overhandigen van tien hockeyballen. Het bedankje van onze zijde was minder geslaagd. Laten wij in onze hockeygedachten niet het eerst aan het Gooi denken en de andere clubs alleen als tegenstander beschouwen, doch laten wij in woord en daad de andere clubs - óók Hilversum en Amsterdam - als hockeyvrienden zien. Daar de jongeren, na de jaren gedwongen rust, er een beetje vreemd tegenover stonden, moesten eerst de oudjes weer eens laten zien hoe het ook alweer ging. Ze hebben dit als vanouds enthousiast gedemonstreerd. Jammer, dat de wedstrijd niet 10 maar 60 minuten duurde! Voor de ernst waarmee de heren speelden zou 10-10 een betere beloning zijn dan de uitslag 2-2.


Gooi 2 gaf een vlot partijtje weg. De achterhoede was als vanouds. Echter ook jongeren als Moulin en Goossens beloven wat. De uitslag 3-0 was zeker niet geflatteerd. Het eerste was het ook nog niet verleerd. Alleen Piet Meyboom zal nog moeten tonen, dat hij zijn plaats waard is. Vliegende backs lijken ons in een serieuze wedstrijd niet gewenscht. Max Caviet was - zoals wij uit zijn eigen mond vernamen - 'de ongehuwde geestelijke vader van de vijf goals'. De half-linie voldeed. Waarom dan nu reeds experimenten elftal-commissie? Gelukkig blijft de voorhoede intact. De uitsla 5-0 was verdienstelijk. Struikel nu zondag niet over SCHC 2 eerste! De uitslag der dames was verheugend en boven verwachting. Het was een genot Nel de Ruiter-Hofland weer ouderwets te zien scoren. Op de uitslag moeten wij ons echter niet blind staren. Het spelpeil kan zeker omhoog. Van Hilversumsche zijde werd sportief gespeeld. Wij zagen veel jongeren en misten vele oude gezichten. We hopen, nu de communicatie zo slecht is, nog vele vriendschappelijke wedstrijden in dezelfde prettige geest tegen Hilversum te spelen.


En nu het clubhuis!
We weten, dat Groesbeek veel van onze voorraden heeft geeist. We hopen echter, dat er bij onze leden nog zooveel glas is, dat we ons broeikastje dicht kunnen krijgen. Kijk dus allemaal eens, of er niet een schilderij of portret is waarvan het glas gemist kan worden. In de loop van de volgende week komen er een paar Gooileden langs, om de resultaten van Uw speuren in ontvangst te nemen. Hetzelfde geldt ook voor kopjes, kussens, stoeltjes en verdere aankleeding van het clubhuis. Zeg nu niet 'dit geldt niet voor mij', maar laat ieder eens serieus kijken.


Hockeysport
Zondag zal er aan het clubhuis een lijst hangen, waarop U zich op kunt geven als abonnée voor het Bondsorgaan 'Hockeysport'.


Voorronde Hockeydag
Gooileden, denkt er aan, dat wij zondag gastheeren zijn, dus dat wij de spelers der andere clubs ook zoo ontvangen, dat wij ons met hen moeten onderhouden en in de weinige beschikbare kleedruimte een beetje inschikkelijk moeten zijn. Verkleedt U liefst zooveel mogelijk thuis.


Uw voorzitter Piet Schoenmakers


*****

Hockey volgens Rozeboom blaadje rond 1934/35 (vandaar de oude spelling):


  1. Hockeysport: hypothese omtrent het nut van lichaamsoefening. Volgens anderen: verklaring van plotselinge drankzucht.
  2. Speelveld: véél te dure wei.
  3. Clubgebouw: zeer solide betonnen, van douches voorzien, gebouw waarin meeningsverschillen worden beslecht.
  4. Elftal: gewapende bende, negen man sterk (bij gunstig weer tien man).
  5. Scheidsrechter: Iemand van ongunstige reputatie. Men onderscheidt: eigen scheidsrechter – scrupuleus individu. Vreemde scheidsrechter: mensch met jaloers karakter.
  6. Spelregels: bundel sagen en vertelsels.
  7. Speltaktiek: samenloop van omstandigheden.
  8. Sportiviteit: huichelachtige houding ten opzichte van vreemden.
  9. Stick: enterhaak (wordt na enige oefening ook als boemerang gebruikt).
  10. Bal: bomvormig voorwerp, waarmee men aanslagen pleegt.
  11. Bully: schijnhandeling tot het uitzoeken der kwetsbare plek bij een tegenstander.
  12. Run: narrow escape.
  13. Voorzet (korte): levensgevaarlijke slag naar iemand die er niet is.


Share by: