Arbitrage

Arbitrage valt bij Gooische onder het bestuurslid 'Hockey Organisatie'. De Arbitragecommissie is opgezet in verschillende deelfuncties, namelijk:

  • Opleiding junioren/senioren
  • CS+
  • Begeleid fluiten
  • Aanwijzing zaterdag/zondag


Klik hier voor schematische weergave van de organisatie en de contactgegevens.


Fluiten als A-speler, een 10!

Als A-speler heb je je scheidsrechterskaart

Op zaterdag ben je een paar keer per seizoen scheidsrechter voor een ander jeugdteam

Je kan een voorkeur aangeven voor welk weekend je wilt fluiten via [email protected]

Bij geen voorkeur, gaan wij ervan uit dat je altijd kunt op zaterdag

Check zelf de site en je mailbox wanneer je moet fluiten

Zorg voor een juist mailadres -> via 'Mijn Gooische' 

Kan je niet, dan moet je zelf een vervanger regelen

No show betekent -> 1 inhaal + 1 extra fluitbeurt

Als je begeleid wilt worden, kan je dit aanvragen bij [email protected]

Succes en veel plezier met het fluiten!


Scheidsrechterskaart

Als eerstejaars B-speler word je bij Gooische opgeleid tot clubscheidsrechter. In de A-leeftijd moet je je scheidsrechterskaart hebben behaald (verplichting KNHB). Heb je die nog niet, dan ben je niet speelgerechtigd, d.w.z. mag je niet spelen. Zorg ervoor dat je zelf zo snel mogelijk je kaart alsnog haalt. 

Zie hiervoor de website van Gooische of vraag aan de scheidsrechterscommissie wanneer de eerste mogelijkheid is.


Fluiten van wedstrijden

Alle A-spelers worden opgesteld om op zaterdag andere jeugdwedstrijden te fluiten. Uitzondering hierop zijn spelers die op zaterdag een ander jeugdteam van Gooische coachen.


Zaterdag opgesteld worden als scheidsrechter

De scheidsrechterscommissie stelt alle scheidsrechters op. Je ontvangt van hen een mail met datum en tijd van de te fluiten wedstrijd. Hiervoor wordt het mailadres gebruikt dat in 'Mijn Gooische' staat. Als je verhinderd bent om te fluiten, moet je zelf een vervanger regelen. Denk hierbij aan een wissel met een teamgenoot. Geef deze wissel door aan 
[email protected]. Gemiddeld moet je 2 tot 3 keer in een seizoen een jeugdwedstrijd fluiten.


Actieve of passieve indeling

Je kunt actief aangeven welk weekend je zou willen fluiten. Voordeel is dat je zeker weet dat je fluitbeurt niet botst met andere afspraken. Als je geen voorkeur hebt aangegeven, gaan we ervan uit dat je elk weekend kan en word je per toerbeurt opgesteld.


Hoe weet je of je moet fluiten?

  • Check het wedstrijdprogramma op de Gooische website (zeker als je thuis speelt)
  • Je ontvangt een mail op het mailadres dat in 'Mijn Gooische' staat. Je bent zelf verantwoordelijk voor een juist mailadres! Check ook of de mail niet in je spambox is gekomen!


Sancties

Als je niet komt opdagen, is dit enorm vervelend voor het team waar je staat opgesteld. Het leidt tot irritatie en spelbederf. Wij gaan er dan ook vanuit dat dit niet gebeurt. Duidelijk zijn we wel, want bij een 1e no-show geldt: inhalen van je fluitbeurt + 1 extra fluitbeurt. Mogelijke boetes door het niet komen opdagen worden doorberekend.


Begeleiding bij het fluiten

Mocht je extra begeleiding willen bij het fluiten van wedstrijden, dan kan je dit aangeven bij 
[email protected]


De scheidsrechterscommissie kan hiermee rekening houden door:

  • Je op te stellen bij de lagere elftallen 
  • Je op te stellen met een ervaren scheidsrechter
  • Een individuele begeleider te vragen die met je meeloopt tijdens de wedstrijd


Geef je begeleidingswens wel op tijd aan, dus niet als je al opgesteld bent, want dan is het niet meer te regelen. En zal je ofwel moeten fluiten ofwel moeten ruilen met iemand anders. Het is ook erg leerzaam om eens met een ervaren scheidsrechter langs de lijn een wedstrijd te bekijken.

Tot slot willen we je veel plezier wensen bij het fluiten van wedstrijden! Bij vragen kan je ons altijd bereiken via [email protected]


De sectie arbitrage heeft de volgende e-mailadressen:


Hoe begeleid je een nieuwe scheidsrechter?


Briefing clubscheidsrechters


In 
deze briefing bespreken we een paar spelregels en geven we aan hoe clubscheidsrechters deze moeten hanteren. Door het toepassen van deze nadere uitleg, krijgen spelers, begeleiders, publiek, maar ook je collega-scheidsrechters voorspelbare aanpak. Pas de briefing toe in alle competitiewedstrijden.


Regelwijzigingen


De volgende regelwijzigingen zijn recent ingevoerd: 

  • Als een verdediger bij een strafcorner te vroeg uitloopt, wordt de strafcorner opnieuw genomen en moet deze verdediger achter de middenlijn plaatsnemen. Als de keeper of de vliegende keep te vroeg uitloopt, wordt een andere verdediger achter de middenlijn gestuurd. De verdedigende partij bepaalt zelf direct welke verdediger dit moet zijn. In beide gevallen verdedigt het team de strafcorner met een man minder. 
  • Als een aanvaller te vroeg de cirkel inloopt, moet hij ook achter de middenlijn plaatsnemen. Maakt de aangever een duidelijke schijnbeweging, dan moet hij als aangever worden vervangen en dan hoeft de te vroeg uitgelopen verdediger niet naar de middenlijn. 
  • Als uit een strafcorner direct een nieuwe strafcorner volgt, blijft de straf van kracht. Voorbeeld: als een team een strafcorner, na het te vroeg uitlopen, met 4 man verdedigt en een verdediger maakt tijdens de corner shoot, wat resulteert in een nieuwe strafcorner, mag ook deze strafcorner met slechts 4 man verdedigd worden.

    Self-pass:
    Een spelhervatting (vrije slag, inslag, uitslag, lange hoekslag en beginslag) mag met een self-pass worden genomen. Dit geldt niet voor het nemen van een strafcorner en strafbal en bully. De nemer moet duidelijk twee acties laten zien, de eerste actie is de bal nemen, de tweede is het verder spelen. 
  • Een self-pass direct gevolgd door een hoge scoop is toegestaan. De bal hoeft in dit geval niet eerst een meter te rollen, maar het zijn wel twee bewegingen: 1 = nemen en 2 = (zonder gevaar) scoopen. 
  • Aanvallende spelhervatting binnen 23-metergebied
  • Bij een spelhervatting (vrije slag, inslag en lange hoekslag) voor de aanvallende partij binnen het 23- metergebied moeten met uitzondering van de nemer alle spelers op minimaal 5 meter afstand staan. 
  • Krijgt een aanvaller binnen 5 meter van de cirkelrand een vrije slag, dan moet de bal teruggelegd worden tot 5 meter buiten de cirkel, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding., zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding. 
  • De bal mag vanuit deze spelhervatting niet direct de cirkel in gespeeld worden. Dit mag wel door of via een andere speler (medespeler of tegenstander), die bij het nemen van de spelhervatting op minimaal 5 meter afstand moet hebben gestaan. Ook met een self-pass mag de bal door de nemer de cirkel in worden gebracht, maar dan moet de bal eerst minimaal 5 meter hebben afgelegd, voordat hij de cirkel in gespeeld mag worden. Dat betekent: na die 5 meter de bal opnieuw raken om de cirkel in te spelen. De bal 5 meter laten rollen voordat de cirkellijn wordt gepasseerd zonder opnieuw te spelen, is dus niet toegestaan. 
  • Als een aanvallende vrije slag is toegekend voor een overtreding binnen het 23-metergebied, moet de vrije slag ook binnen het 23-metergebied worden genomen. En dus niet er net buiten om daarmee de moeilijkheid van het niet rechtstreeks de cirkel in mogen spelen te omzeilen. 

Keeper

  • De vliegende keep is een veldspeler met een shirt van afwijkende kleur, die als keeper mag optreden als hij in zijn cirkel is. Hij mag binnen zijn 23-metergebied met een helm op spelen, maar hoeft dat niet. 
  • Het wisselen van soort keeper mag op momenten dat spelerswissels zijn toegestaan. Dit mag dus niet bij een strafcorner maar wel bij een strafbal. Als een keeper bij een strafcorner tegen, niet verder kan of bij een strafcorner maar wel bij een strafbal. Als een keeper bij een strafcorner tegen, niet verder kan of mag spelen, moet hij worden vervangen. Als er op dat moment met een vliegende keep wordt gespeeld, mag deze alleen door een andere vliegende keep worden vervangen. 
  • Bij het verdedigen van een strafcorner of een strafbal moet de vliegende keep zijn helm op, maar mag hij geen andere keeperuitrusting aandoen, zoals keeperhandschoenen. 


Gebruik van lichaam en stick

  • Een sliding door een veldspeler waarbij de tegenstander onderuit wordt gehaald, wordt bestraft als een opzettelijke overtreding. Dus met naast de strenge spelstraf ook een gele kaart (10 minuten!) voor de dader. Je hier niet aan houden heeft tot gevolg dat spelers niet meer weten waar de grenzen zijn. 
  • Het stoppen of spelen van de bal met de stick boven de schouder is m.u.v. het verdedigen van een doelpoging niet toegestaan en moet worden afgefloten. Indien je als scheidsrechter oordeelt dat het opzettelijk is, zal je binnen het 23-metergebied een strafcorner moeten geven. Vaak is dit het geval wanneer er een aanvaller achter de verdediger staat die zonder die sticks kansrijk zou worden. 

Strafcorner

  • Een verdediger mag tijdens de strafcorner een glad masker dragen. Met dit masker op mag hij zijn verdedigende actie afmaken maar niet actief mee gaan doen aan een aanval buiten zijn 23-metergebied. Als na de strafcorner het spel wordt hervat met een uitslag of verdedigende vrije slag moet hij eerst zijn masker afzetten alvorens de spelhervatting te mogen nemen.


Gedrag spelers en begeleiders


  • Een strafcorner leidt vaak tot wat commentaar bij de verdedigers die zich klaar maken om de strafcorner te gaan verdedigen. Vaak is dat gewoon wat gefrustreerd gemopper wat niet direct voor de oren van de scheidsrechter is bedoeld. Het is beter om in deze fase iets meer op afstand van hen te gaan staan. 


Persoonlijke straffen


  • Als je een kaart geeft, doe dat dan rustig en niet emotioneel en voorkom dat je in discussie gaat met een speler. Toon de kaart en daarmee is bereikt wat je wilt. Een gesprek erbij is helemaal niet nodig en leidt vaak tot discussie en een reactie van de speler. 
  • De straftijd voor een gele kaart is in principe vijf minuten. Alleen voor een fysieke overtreding, op het lichaam gericht is de straf tien minuten. Slidings, neerhalen van spelers, etc. wordt dus bij een gele kaart lichaam gericht is de straf tien minuten. Slidings, neerhalen van spelers, etc. wordt dus bij een gele kaart bestraft met tien minuten, andere gele kaarten betekenen vijf minuten tijdstraf. 


Samenwerken

  • Laat de spelers zien dat je met je collega het derde team op het veld bent. Geef duidelijk aan wat je bedoelt als je collega om advies vraagt en wees zelf ook niet om advies te vragen als je dit nodig hebt. 
  • Soms zie je iets niet goed. Dan is het als team van scheidsrechters belangrijk om zoveel mogelijk van elkaar gebruik te maken. Het is de teams om het even wie er de beslissing neemt, zolang het maar de juiste is. Daarvoor hoef je echt niet steeds naar elkaar toe te lopen; oogcontact of een simpel gebaar is vaak al voldoende. 
  • Overleg alleen met je collega als je denkt dat hij het voorval vanuit zijn positie ook gezien kan hebben. Aan de houding van je collega kun je vaak al zien of overleg wel zin heeft. En als je collega aangeeft dat hij het niet gezien heeft en je dus helaas niet kan helpen, dan moet je dus zelf je beslissing nemen. 
  • Natuurlijk moet je fouten trachten te voorkomen, maar als je ze gemaakt hebt, is de manier waarop je met de vervolgsituatie omspringt vaak bepalend voor je de manier waarop je in de wedstrijd geaccepteerd wordt. Probeer direct je hoofd weer leeg te maken en klaar te zijn voor de volgende beslissing. 
  • Mocht je een waarnemingsfout gemaakt hebben, probeer dan om niet eigenwijs vol te houden dat jij absoluut gelijk hebt. Vaak leidt die houding tot veel meer agressie bij de spelers dan de fout zelf. Zeg wat je waarneming was, leg eventueel de beslissing uit, maar denk niet dat de wereld vergaat als je een fout toegeeft.


REGELS KNHB


Hieronder vind je de KNHB-regels, -briefings en signalen.

Spelreglement veld- en zaalhockey:


Briefing veldhockey:


Briefing zaalhockey:

 

Betekenis signalen scheidsrechters:

 

Vragen, opmerkingen of suggesties? Mail naar [email protected].


Share by: