Statuten van de Gooische Hockeyclub

(akte 13 juli 2017)

 

Naam en plaats vestiging

Artikel 1

De Vereniging draag de naam: 'Gooische Hockey Club' (kortheidshalve aan te duiden met 'Gooische' dan wel 'GHC'). Zij is gevestigd te Gooise Meren.


Doel

Artikel 2

1. De Vereniging stelt zich ten doel de bevordering en het beoefenen, in clubverband, van het hockeyspel in al zijn verschijningsvormen en andere takken van sport, alsmede de bevordering van het gezelligheidsleven van haar leden en aangeslotenen.

2. De Vereniging tracht dit doel te bereiken door:

  1. het lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB) te verwerven en te behouden;
  2. het houden van oefeningen en het uitschrijven van – of deelnemen aan – competities, (oefen)wedstrijden en andere activiteiten op het gebied van de hockeysport, in welke verschijningsvorm dan ook, en voorts door alle andere wettige middelen die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn.


Duur

Artikel 3

1. De Vereniging is opgericht te Bussum op één januari negentienhonderd en één (1 januari 1901).

2. Het boekjaar, ook te noemen het verenigingsjaar, loopt van één augustus tot en met één en dertig juli van het daaropvolgende jaar.


Lidmaatschap

Artikel 4

De Vereniging kent onder meer:

1. Seniorleden;

2. Ereleden;

3. Juniorleden;

4. Leden van verdienste;

5. Buitengewone (niet-spelende) leden.

 

Seniorleden

Artikel 5

1. Seniorleden zijn zij die als zodanig zijn toegelaten overeenkomstig het in artikel 12 lid 1 bepaalde, dan wel het zijn geworden op grond van artikel 7 lid 3 van deze statuten.

2. Seniorleden zijn zij die voor één oktober van het lopende verenigingsjaar achttien jaar of ouder zijn.

3. Seniorleden zijn leden van de Vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en hebben als zodanig toegang tot de algemene vergadering en hebben stemrecht.


Ereleden

Artikel 6

1. Ereleden zijn zij die wegens hun buitengewone en langdurige verdiensten jegens de Vereniging door de algemene vergadering op voordracht van het bestuur of tenminste tien leden daartoe zijn benoemd met een meerderheid van tenminste drie/vierde van de aanwezige stemgerechtigde leden.

2. Ereleden zijn geen contributie verschuldigd.

3. Ereleden zijn leden van de Vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en hebben als zodanig toegang tot de algemene vergadering en hebben stemrecht.


Juniorleden

Artikel 7

1. Juniorleden zijn leden die als zodanig zijn toegelaten overeenkomstig het in artikel 12 lid 1 en 2 en het huishoudelijk reglement bepaalde en voldoen aan de vereisten zoals die zijn (of worden) gesteld door de KNHB.

2. Juniorleden zijn zij, die voor één oktober van het lopende verenigingsjaar jonger zijn dan achttien jaar.

3. Een juniorlid wordt seniorlid bij het begin van een nieuw verenigingsjaar, waarin het krachtens het vorenstaande de daartoe vereiste leeftijd van achttien jaar bereikt, zonder verdere formaliteiten.

4. Juniorleden zijn geen leden van de Vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het BW, doch hebben toegang tot de algemene vergadering maar hebben geen stemrecht.


Leden van verdienste

Artikel 8

1. Leden van verdienste zijn zij die door hun prestaties aanspraak kunnen maken op de erkentelijkheid van de Vereniging en daartoe op voordracht van het bestuur of tenminste tien leden zijn benoemd door de algemene vergadering met een meerderheid van tenminste drie/vierde van de aanwezige stemgerechtigde leden.

2. Voor zover leden van verdienste niet tevens senior-, buitengewoon (niet-spelend) of juniorlid zijn, zijn zij vrijgesteld van het betalen van contributie.

3. Leden van verdienste die niet tevens seniorlid, erelid en/of buitengewoon (niet-spelend) lid zijn, zijn geen leden van de Vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het BW, doch hebben toegang tot de algemene vergadering maar hebben geen stemrecht.


Buitengewone (niet-spelende) leden

Artikel 9

1. Buitengewone leden zijn niet-spelende leden, die als zodanig zijn toegelaten overeenkomstig het in artikel 12 lid 1 en het huishoudelijk reglement bepaalde en die niet deelnemen aan door de KNHB vastgestelde hockeycompetitie, trainingen en/of wedstrijden binnen de Vereniging of anderszins de hockeysport beoefenen binnen de Vereniging en waarvoor geen afdracht wordt betaald aan de KNHB.

2. Buitengewone (niet-spelende) leden zijn leden van de Vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en hebben als zodanig toegang tot de algemene vergadering en hebben stemrecht.


Verplichtingen van de leden

Artikel 10

1. Waar in deze statuten en in de reglementen van de Vereniging wordt gesproken over ‘leden’ zonder verdere aanduiding, worden daaronder zowel de in artikel 4 van de statuten als de in de reglementen van de Vereniging genoemde leden bedoeld. Waar in deze statuten en de reglementen van de Vereniging wordt gesproken over 'lidmaatschap' zonder verdere aanduiding, wordt daaronder het lidmaatschap van de betreffende leden verstaan, alles voor zover de statuten en de reglementen geen nader onderscheid maken.

2. De leden van de Vereniging zijn verplicht:

  1. de statuten en reglementen van de Vereniging en van de KNHB (waaronder met name, maar niet beperkt tot, het dopingreglement, het reglement ongewenst gedrag en het tuchtreglement) en de besluiten van hun organen van de Vereniging na te leven;
  2. de verplichtingen die de Vereniging en/of de KNHB uit naam van haar leden aangaat of die uit het lidmaatschap voortvloeien, te aanvaarden en na te leven. Tot deze verplichtingen behoort onder meer het aanvaarden en nakomen van door de KNHB, mede namens haar leden, aangegane verplichtingen jegens een of meer derden, aangaande ongevallenverzekering, aansprakelijkheidsverzekering, sponsoring, alsmede aangaande de verkoop en/of exploitatie van televisie- en/of radio-opnamen en/of uitzendrechten via welk communicatiemiddel dan ook (waaronder in elk geval begrepen via internet). In afwijking van het bepaalde in de vorige zin geldt dat de KNHB niet bevoegd is uit naam van de gewone leden die uitkomen in de Hoofdklasse, als gedefinieerd in het bondsreglement, voor wat betreft hun eerste heren- en damesteam, verplichtingen jegens een of meer derden aan te gaan inzake de verkoop en/of exploitatie van televisie en/of radio opnamen en/of uitzendrechten via welk communicatiemiddel dan ook (waaronder in elk geval begrepen via internet), een en ander behoudens voor zover zij met het aangaan van die verplichting schriftelijk hebben ingestemd;
  3. zich voor, tijdens en na de wedstrijd behoorlijk te gedragen;
  4. er voor te zorgen dat de door hen te spelen wedstrijden ordelijk verlopen en dat de voorschriften die, door of vanwege het bestuur en/of het bondsbestuur met betrekking tot de handhaving van de orde bij die wedstrijden mochten worden gegeven, stipt worden opgevolgd;
  5. er voor te zorgen dat de belangen of het aanzien van de hockeysport, de Vereniging en de KNHB door hun toedoen niet op ontoelaatbare wijze worden geschaad;
  6. zich tegenover elkander en derden en tegenover de Vereniging en/of de KNHB te onthouden van bedrieglijke handelingen.
  7. tot betaling van contributie en andere bijdragen, zulks met in achtneming van het daaromtrent in deze statuten en het huishoudelijk reglement bepaalde.


Aanmelding en toelating

Artikel 11

1. De aanvraag voor het lidmaatschap moet worden ingediend op de wijze als nader omschreven in het huishoudelijk reglement.

2. Het lidmaatschap is persoonlijk.


Artikel 12

1. Over de toelating van leden beslist het bestuur.

2. Van een beslissing tot niet-toelating, bestaat geen beroep op de algemene vergadering.

3. Minderjarigen kunnen alleen toegelaten worden met toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger(s). 



Lidmaatschap van en onderwerping aan Koninklijke Nederlandse Hockey Bond

Artikel 13

1. Personen die als lid toetreden of zijn toegetreden tot de Vereniging worden daardoor lid van de KNHB en zijn als zodanig (mede-)onderworpen aan de statuten, reglementen en besluiten van de KNHB en haar organen, waaronder met name is begrepen de tuchtrechtspraak.

2. Personen die een al dan niet betaalde functie binnen de Vereniging uitoefenen of zullen uitoefenen, met uitzondering van hen, die uitsluitend door een financiële bijdrage de Vereniging steunen of zullen steunen en van hen die met de hockeysport generlei bemoeienis hebben of zullen hebben, dienen zich te (mede-)onderwerpen aan de statuten, reglementen en besluiten van de KNHB en haar organen, waaronder met name is begrepen de tuchtrechtspraak; daartoe zal de Vereniging alle nodige maatregelen nemen en alle vereiste regelingen treffen, waarbij zo nodig met iedere zodanige individuele persoon een daartoe strekkende overeenkomst zal worden aangegaan.


Einde lidmaatschap

Artikel 14

1. Het lidmaatschap eindigt:

  1. door opzegging van het lidmaatschap door het lid;
  2. door opzegging namens de Vereniging;
  3. door ontzetting uit het lidmaatschap;
  4. door het overlijden van het lid.

2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden voor het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn voor juniorleden van vier maanden (dat wil zeggen voor één mei) en voor alle overige leden van drie maanden (dat wil zeggen voor één juni). Indien een opzegging niet tijdig heeft plaats gehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende verenigingsjaar. Nochtans kan een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen één maand, nadat hem een besluit, waarbij de verplichting(en) van de leden zijn verzwaard of hun rechten zijn beperkt, is bekend geworden of is medegedeeld. De in de vorige

zin toegekende bevoegdheid is uitgesloten ten aanzien van verplichtingen van geldelijke aard. Indien van een lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren, kan het lidmaatschap door zodanig lid onmiddellijk beëindigd worden.

3. Opzegging van het lidmaatschap namens de Vereniging kan geschieden door het bestuur in de volgende gevallen:

  1. wanneer het lid, na daartoe schriftelijk, bij aangetekende brief, te zijn aangemaand, meer dan één jaar achterstallig is in het ten volle voldoen aan de vereisten door de statuten voor het lidmaatschap gesteld;
  2. ingeval een lid zijn lidmaatschap van de KNHB verliest;
  3. ernstig in gebreke blijft met het voldoen aan zijn financiële verplichtingen; en voorts
  4. wanneer redelijkerwijs van de Vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

4. Opzegging van het lidmaatschap namens de Vereniging geschiedt door het bestuur, wanneer het de Vereniging krachtens de statuten van de KNHB verboden is het betrokken lid als lid van de Vereniging te handhaven.

5. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken door het bestuur wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de Vereniging handelt, of de Vereniging op onredelijke wijze benadeelt. De betrokkene wordt ten spoedigste schriftelijk, bij aangetekende brief, van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld. Van het besluit van het bestuur tot ontzetting staat de betrokkene binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep op de algemene vergadering.

6. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, om welke reden of oorzaak ook, blijft desniettemin de jaarlijkse contributie voor het geheel verschuldigd.

7. De vereniging draagt er zorg voor dat leden de voor opzegging van het lidmaatschap noodzakelijke informatie eenvoudig kunnen raadplegen. De informatie wordt in ieder geval opvallend vermeld op de hoofdpagina van de website.


Artikel 15

In afwijking van het bepaalde in het voorgaande artikel, geschiedt ten aanzien van een bestuurslid, een erelid, een lid van verdienste of een buitengewoon (niet-spelend) lid de opzegging van het lidmaatschap namens de Vereniging en de ontzetting uit het lidmaatschap, door de algemene vergadering en uitsluitend wanneer redelijkerwijs van de Vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.


Straffen

Artikel 16

1. a. In het algemeen is strafbaar elk handelen of nalaten in strijd met de wet, dan wel met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de Vereniging, of waardoor de belangen van de Vereniging worden geschaad.

b. Tevens is strafbaar elk handelen of nalaten in strijd met de statuten, reglementen – wedstrijdbepalingen daaronder begrepen- en/of besluiten van organen van de KNHB, of waardoor de belangen van de KNHB, dan wel van de hockeysport in het algemeen worden geschaad.

2. Indien de algemene vergadering en/of het bestuur een tuchtreglement heeft

vastgesteld, geschiedt de behandeling van overtredingen met inachtneming van het bepaalde in het tuchtreglement en geschiedt de beoordeling en bestraffing van overtredingen door de organen, die in het tuchtreglement daartoe zijn aangewezen.

3. Daargelaten de bevoegdheid van de KNHB om overtredingen als bedoeld in lid 1 onder b van dit artikel te bestraffen, is het bestuur bevoegd om overtredingen te bestraffen, tenzij het tuchtreglement een ander orgaan aanwijst.

4. In geval van een overtreding als bedoeld in lid 1 van dit artikel kunnen de volgende straffen worden opgelegd:

  1. berisping;
  2. schorsing;
  3. ontzetting uit het lidmaatschap als bedoeld in artikel 14;
  4. uitsluiting van deelname aan wedstrijden, hetzij voor een bepaalde duur, hetzij voor een in de straf bepaald aantal wedstrijden;
  5. ontzegging van het recht om één of meer in de straf genoemde functies voor een in de straf genoemde termijn uit te oefenen;
  6. geldboete.

5. Een opgelegde straf wordt schriftelijk aan het lid medegedeeld. In spoedeisende gevallen kan de straf mondeling aan het lid worden medegedeeld. Een opgelegde straf kan in de officiële mededelingen en/of ander voor ieder lid toegankelijk medium gepubliceerd worden.

6. Een schorsing kan ten hoogste voor de duur van één jaar worden opgelegd. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, heeft hij geen stemrecht, terwijl hem bovendien gedurende deze periode ook andere aan het lidmaatschap verbonden rechten kunnen worden ontzegd.

Een schorsing ontheft het lid niet van de verplichting tot het betalen van contributie.


Geldmiddelen

Artikel 17

1. De geldmiddelen van de Vereniging bestaan onder meer uit:

  1. contributies en andere bijdragen van bestaande leden;
  2. entreegelden van nieuwe leden;
  3. bijdragen van donateurs;
  4. bijdragen van sponsors;
  5. schenkingen, erfstellingen, legaten, lastbevoordelingen, subsidies en andere, al dan niet toevallige, baten.

2. Erfstellingen kunnen alleen onder voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.

3. Ieder seniorlid, juniorlid en buitengewoon (niet-spelend) lid betaalt een jaarlijkse contributie en eventuele andere bijdragen, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de algemene vergadering. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie betalen.

4. Nieuwe seniorleden en nieuwe juniorleden betalen entreegeld, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de algemene vergadering. Dit geldt niet voor seniorleden, die dit worden op grond van artikel 7 lid 3.

5. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie, eventuele andere bijdragen en/of entreegelden te verlenen.

6. Het huishoudelijk reglement kan bepalingen bevatten ter zake van door leden in voorkomende gevallen aan de Vereniging verschuldigde schadeloosstellingen en boeten.


Donateurs en Sponsors

Artikel 18

Naast leden kent de Vereniging:

1. donateurs;

2. sponsors.


Donateurs

Artikel 19

1. Donateurs zijn natuurlijke personen of rechtspersonen die als zodanig zijn toegelaten door het bestuur en die de Vereniging uitsluitend ondersteunen met een jaarlijkse, door de algemene vergadering vast te stellen, geldelijke bijdrage.

2. De aanmelding van donateurs geschiedt op de wijze als nader omschreven in het huishoudelijk reglement.

3. De rechten en verplichtingen van donateurs worden in het huishoudelijk reglement geregeld.


Sponsors

Artikel 20

1. Sponsors (zakelijke begunstigers) zijn zij die als zodanig zijn toegelaten door het bestuur en die op grond van een zakelijke overeenkomst een op geld waardeerbare prestatie leveren, waarbij de Vereniging communicatiemogelijkheden verschaft. De overeenkomst is gericht op profijt voor beide partijen.

2. De aanmelding van sponsors geschiedt op de wijze als nader omschreven in het huishoudelijk reglement.

3. De rechten en verplichtingen van sponsors worden in het huishoudelijk reglement geregeld.


Bestuur, einde bestuurslidmaatschap, periodiek aftreden, schorsing

Artikel 21

1. Het besturen van de Vereniging is opgedragen aan het bestuur van de Vereniging. Het bestuur bestaat uit een door de algemene vergadering vast te stellen aantal van tenminste vijf meerderjarige natuurlijke personen.

2. De bestuursleden worden met inachtneming van het vorige artikel door de algemene vergadering uit de leden van de Vereniging benoemd op de wijze als nader omschreven in het huishoudelijk reglement en/of bestuursreglement. De voorzitter wordt in functie benoemd door de algemene vergadering. Het bestuur kiest uit zijn midden een secretaris en een penningmeester dan wel een secretaris-penningmeester. Het bestuur kan voor de voorzitter, de secretaris, de penningmeester en/of de secretaris-penningmeester uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen.

3. Bestuursleden die voor de eerste maal worden benoemd, worden benoemd voor een termijn van ten hoogste drie jaar. Aftredende bestuursleden zijn terstond en ten hoogste driemaal aansluitend herbenoembaar, telkens voor een termijn van ten hoogste één jaar.

Na afloop van de periode van in totaal ten hoogste zes jaar waarin een bestuurslid onafgebroken bestuurslid is geweest, is hij gedurende een termijn van drie jaar niet herbenoembaar als bestuurslid. Na verloop van deze termijn

van drie jaar kan hij opnieuw worden benoemd als bestuurslid, waarbij (opnieuw) voor hem geldt hetgeen geldt voor bestuursleden die voor de eerste maal worden benoemd.

4. Het bestuur regelt de bijeenroeping van en de besluitvorming tijdens bestuursvergaderingen, alsmede de werkwijze en totstandkoming van besluiten in een bestuursreglement.

5. Het bestuur stelt het bestuursreglement vast en biedt dit ter kennisneming aan de leden aan.

6. Vaststelling en wijziging van het bestuursreglement gebeurt bij volstrekte meerderheid van stemmen van alle stemgerechtigde bestuursleden.

7. De kandidaatstelling voor het lidmaatschap van het bestuur wordt bij (huishoudelijk) reglement geregeld.

8. Mocht het aantal leden van het bestuur door enigerlei oorzaak te eniger tijd beneden het statutaire minimum dalen, dan vormen de overgebleven bestuursleden of vormt het overgebleven bestuurslid rechtsgeldig het bestuur, doch dient het bestuur binnen redelijke termijn doch zo spoedig mogelijk tot tenminste het statutaire minimum aantal personen te worden aangevuld. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden in beginsel niet de plaats van zijn voorganger in.

9. Het bestuur is bevoegd bestuurstaken met betrekking tot bepaalde onderdelen en tot de dagelijkse gang van zaken van de Vereniging onder zijn verantwoordelijkheid te delegeren aan sectiebesturen, commissies en/of personen.

10. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst en ontslagen. Een besluit tot schorsing of ontslag van een bestuurslid kan door de algemene vergadering slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen en mits het desbetreffende bestuurslid in de gelegenheid is gesteld zich tegenover de algemene vergadering te verklaren.

11. Een schorsing die niet binnen twee maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag eindigt door verloop van die termijn. Gedurende de periode waarin een bestuurslid is geschorst kan dit bestuurslid zijn functie niet uitoefenen.

12. Het bestuurslidmaatschap eindigt voor een bestuurslid:

  1. door zijn overlijden;
  2. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd;
  3. door zijn vrijwillig aftreden;
  4. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over een of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
  5. door het eindigen van zijn lidmaatschap van de Vereniging;
  6. door zijn ontslag aan hem verleend door de algemene vergadering.

13. In geval van ontstentenis of belet van één of meer bestuurders, berust het bestuur tijdelijk bij de overblijvende bestuurders. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of de enig bestuurder, berust het bestuur tijdelijk bij een of meer door de algemene ledenvergadering aan te wijzen personen.


Vertegenwoordiging en tegenstrijdig belang

Artikel 22

1. De Vereniging kan in en buiten rechte slechts worden vertegenwoordigd door:

a. het bestuur; of

b. de voorzitter of een door het bestuur aan te wijzen plaatsvervanger, tezamen met een ander bestuurslid.

2. Indien en zolang de wet dit bepaalt, geldt dat in alle gevallen waarin de Vereniging een tegenstrijdig belang heeft met één of meer van haar bestuursleden de algemene vergadering één of meer personen kan aanwijzen om de Vereniging te vertegenwoordigen.

3. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en onthoudt zich van stemming over een bestuursbesluit indien hij bij het onderwerp van het bestuursbesluit een direct of indirect belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Vereniging. De bestuurder heeft wel het recht de desbetreffende vergadering van het bestuur bij te wonen, met dien verstande dat hij niet wordt meegerekend bij de bepaling van het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders met betrekking tot het desbetreffende bestuursbesluit.


Artikel 23

1. Het bestuur is, met voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.

2. Van deze goedkeuring moet blijken uit een afschrift of een uittreksel van de notulen van de betreffende vergadering, door de secretaris ‘voor afschrift’ respectievelijk ‘voor gelijkluidende afschrift’ getekend.


Algemene vergadering

Artikel 24

1. Aan de algemene vergadering komen in de Vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.

2. Jaarlijks zal uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar een algemene vergadering (jaarvergadering) worden gehouden.

3. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de Vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt een van de andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

4. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend.

5. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.


Toegang en stemrecht

Artikel 25

1. Degenen die volgens deze statuten toegang hebben tot de algemene vergadering hebben kunnen daarin het woord voeren.

2. Bovendien hebben degene die, zonder lid van de Vereniging te zijn, deel uitmaken van de kascommissie en van andere bij (huishoudelijk) reglement in te stellen commissies van de Vereniging, toegang tot de algemene vergadering

en kunnen zij daarin het woord voeren met toestemming van de voorzitter van de vergadering; zij hebben in de algemene vergadering echter geen stemrecht.

3. Geschorste leden hebben enkel toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing van het lid wordt behandeld en zijn bevoegd daarover dan het woord te voeren.

4. Ieder seniorlid, ieder erelid en ieder buitengewoon (niet-spelend) lid heeft in de algemene vergadering één stem. Een stemgerechtigd lid kan aan een ander stemgerechtigd lid schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een stemgerechtigd lid kan slechts twee andere stemgerechtigde leden ter vergadering vertegenwoordigen.


Bijeenroepen algemene vergadering

Artikel 26

1. Het bestuur roept de algemene vergadering bijeen, zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt, of wanneer het daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is.

2. De bijeenroeping geschiedt bij schriftelijke convocatie, of door plaatsing in het officiële orgaan van de Vereniging van de convocatie. In afwijking van de vorige zin, kan de oproep tot het bijwonen van de algemene vergadering eveneens geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat het lid voor dit doel aan de Vereniging bekend heeft gemaakt, mits het lid met deze wijze van oproeping heeft ingestemd. In de convocatie wordt de agenda opgenomen.

3. De oproeping geschiedt niet later dan op de vijftiende dag vóór die van de vergadering.

4. Op schriftelijk verzoek van ten minste tien procent van de stemgerechtigde leden, is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. De secretaris informeert de verzoekers desgewenst op basis van de ledenadministratie hoeveel handtekeningen dit betreft. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze bepaald in lid 2 van dit artikel, of bij advertentie in De Gooi- en Eemlander en/of een ander in Gooise Meren veelgelezen dagblad.


Besluitvorming algemene vergadering

Artikel 27

1. Alle besluiten, waarvoor bij deze statuten of de wet geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

2. Stemming over zaken geschiedt mondeling; over personen schriftelijk bij gesloten en ongetekende briefjes, tenzij de vergadering eenstemmig goedkeurt dat mondeling gestemd wordt. Blanco en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Een besluit kan bij acclamatie tot stand komen, doch niet, indien een stemgerechtigde aanwezige ter zake stemming verlangt.

3. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand van hen een volstrekte meerderheid is verkregen, dan vindt een nieuwe stemming plaats tussen de twee personen die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.

4. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van vorenbedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de algemene vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.


Financiële administratie, jaarverslag, rekening en verantwoording

Artikel 28

1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, of zoveel eerder als bij het huishoudelijk reglement mocht worden bepaald, een balans en een staat van de baten en lasten van de Vereniging op te maken.

3. Het bestuur is verplicht de in de vorige leden van dit artikel bedoelde bescheiden zeven jaren lang te bewaren. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.


Artikel 29

1. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, of zoveel eerder als bij het huishoudelijk reglement mocht worden bepaald, behoudens verlenging van deze statutaire dan wel reglementaire termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuursleden.

Hebben een of meer bestuursleden de stukken niet ondertekend dan wordt hiervan onder opgave van redenen melding gemaakt.

Na verloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.

2. De algemene vergadering benoemt jaarlijks, op de in het vorige lid van dit artikel bedoelde vergadering, een commissie van ten minste drie leden, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur, hierna te noemen 'de kascommissie'. De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. De last van de kascommissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere kascommissie. De algemene vergadering stelt van jaar tot jaar bij aan de orde zijn van de benoeming van de kascommissie vast uit hoeveel leden

zij zal bestaan. De algemene vergadering is voorts bevoegd plaatsvervangende leden voor de kascommissie te benoemen.

3. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de kascommissie zich op kosten van de Vereniging door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen, en inzage van de boeken en bescheiden van de Vereniging te geven.

4. Nadat het voorstel tot goedkeuring van de balans, de staat van baten en lasten en de rekening en verantwoording aan de orde is geweest, zal aan de algemene vergadering het voorstel worden gedaan om kwijting te verlenen aan de bestuurders voor het door hen in het desbetreffende verenigingsjaar gevoerde beleid, voor zover van dat beleid uit de stukken blijkt of dat beleid aan de algemene vergadering bekend is gemaakt.


Reglementen

Artikel 30

1. De organisatie van de Vereniging alsmede de taken en bevoegdheden van haar organen en commissies kunnen nader worden uitgewerkt in een of meerdere reglementen.

2. Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet, noch met de statuten van de Vereniging of van de KNHB.

3. Reglementen worden met een gewone meerderheid door de algemene vergadering vastgesteld en gewijzigd, eventueel aangevuld op de wijze als in het reglement bepaald, met uitzondering van het bestuursreglement en de reglementen ten aanzien van commissies, welke worden vastgesteld en gewijzigd door het bestuur.

4. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen treden in werking op de dag na de dag waarop de algemene vergadering tot vaststelling of wijziging van het reglement heeft besloten. In de statuten, in een reglement of bij besluit van de algemene vergadering kan een andere datum van inwerkingtreden worden bepaald. Van een nieuw reglement en van een wijziging van een reglement wordt in de officiële mededelingen of op andere wijze mededeling aan de leden gedaan met vermelding van de datum van inwerkingtreding.

5. Een reglement kan in het kader van het doel van de Vereniging en van het bereiken van dat doel aan de leden rechten toekennen en verplichtingen opleggen.

6. Een reglement kan bepalingen bevatten tot het instellen van commissies van de Vereniging tot bijstand van de algemene vergadering en het bestuur.


Statutenwijziging

Artikel 31

1. Besluiten tot wijziging van de statuten worden genomen door de algemene vergadering, doch kunnen alleen worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de in de algemene vergadering uitgebrachte stemmen.

2. Degenen die de oproeping tot de algemene vergadering, welk een voorstel tot wijziging van de statuten van de Vereniging ten onderwerp heeft, hebben gedaan, bij welke oproeping moet worden medegedeeld dat in die vergadering wijziging van de statuten zal worden voorgesteld, moeten tenminste vijf dagen

voor de vergadering een afschrift van dat voorstel waarin de voor gedragen wijziging woordelijk is overgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.

3. Wijzigingen in de statuten van de Vereniging behoeven de voorafgaande goedkeuring van het bondsbestuur van de KNHB.


Artikel 32

1. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.

2. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van de Kamer van Koophandel.


Ontbinding en Vereffening

Artikel 33

1. Het besluit tot ontbinding van de Vereniging kan alleen genomen worden in en door een daartoe speciaal bijeengeroepen algemene vergadering, doch kan alleen worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de in die algemene vergadering uitgebrachte stemmen, terwijl in die vergadering tenminste drie/vierde van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig (of vertegenwoordigd) moet zijn.

2. Als in de desbetreffende vergadering niet het vereiste aantal stemgerechtigde leden aanwezig (of vertegenwoordigd) is, wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen, te houden binnen veertien (14) dagen na de eerste, in welke nieuwe vergadering het onderhavige besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige (of vertegenwoordigde) stemgerechtigde leden, mits met een meerderheid van tenminste twee/derde van de als dan uitgebrachte stemmen. Bij de oproeping tot de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, onafhankelijk van het ter vergadering aanwezige (of vertegenwoordigde) aantal stemgerechtigde leden.


Artikel 34

1. Bij ontbinding van de Vereniging wordt haar vermogen vereffend door de bestuursleden, indien en voor zover de algemene vergadering niet anders bepaalt.

2. Na de ontbinding blijft de Vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten en reglementen van de Vereniging voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de Vereniging uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd 'in liquidatie'.

3. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden Vereniging worden, nadat de Vereniging heeft opgehouden te bestaan, bewaard gedurende de door de wet daarvoor bepaalde termijn, door de door de vereffenaars daartoe aangewezen persoon.

4. Bij het besluit tot ontbinding stelt de algemene vergadering, zoveel mogelijk in overeenstemming met de doelstelling van de Vereniging, de bestemming vast van hetgeen na voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de ontbonden Vereniging is overgebleven.


Algemene bepaling

Artikel 35

In alle gevallen waarin de wet, de statuten of de reglementen van de Vereniging niet voorzien, beslist het bestuur. Van zodanige beslissingen doet het bestuur mededeling aan de eerstvolgende algemene vergadering.